facebook  linkedin  twitter

"Wat een herkenning in de uitwisseling met andere vrouwen! Dat heeft me gesteund en kracht gegeven"
(workshop Stilstaan bij je kinderwens)

Op zoek naar mijn vader - Linda Sprado-Pols

alt

In Op zoek naar mijn vader komen kinderen aan het woord die verwekt zijn met donorsperma. Zij vertellen over hun leven en hun nieuwsgierigheid naar hun biologische vader en/of halfbroers en -zussen. De kinderen zijn opgegroeid in verschillende gezinnen: met een vader en een moeder, met twee moeders of bij een alleenstaande moeder.

De kinderen in dit boek hebben gemeen dat zij op zoek zijn naar hun donor. Er wordt dan ook regelmatig verwezen naar het KID-register en de DNA databank die op
intiatief van het Fiom opgezet zijn, om zo kinderen te faciliteren in hun zoektocht.

 

 

Sinds 2004 is in een wet geregeld dat donorkinderen het recht hebben om als ze 16 jaar of ouder zijn, in contact te komen met hun donor. Zoektochten als die van deze kinderen worden daarmee voorkomen.

 

De kinderen die bij een alleenstaande moeder geboren en opgegroeid zijn:

Karlijn (1987)
'Als klein meisje merkte ik al dat andere kinderen een papa hadden en ik niet. Mijn moeder heeft me van klein af aan verteld dat ik door middel van een donor verwekt ben. Als kleuter vertelde ik al tegen klasgenootjes dat je voor een baby een eitje en een zaadje nodig hebt. Die zaadjes had mijn mama niet en die heeft ze dus in het ziekenhuis gehaald.'

Karlijn is nieuwsgierig naar haar donor: hoe ziet hij eruit? lijkt ze op hem? Hoeveel halfbroers en -zussen heeft ze?

'Ook al zitten er zo veel vragen in mijn hoofd, ik vind het mooi dat mijn moederw wens is uitgekomen door middel van onze donor. Niet alleen mijn moeder is heel blij gemaakt met deze mogelijkheid, maar vele moeders met haar. Mijn moeder snapt heel goed dat ik benieuwd ben naar mijn biologische vader en heeft me ook bij meerdere zoektochten geholpen. "Ik heb ervoor gezorgd dat je geen vader hebt, ik heb die keus gemaakt en nu wil ik je zeker helpen om hem te vinden." Ze hoopt dat ik het ontbrekende puzzelstukje vind.'

[...]

'Ik vind het goed dat de anonieme donor nu niet meer bestaat. Vooral als ik zie hoeveel kinderen hun vader willen leren kennen en wat dit bij ons in het gezin teweegbrengt.'

Karlijn is lesbisch, en sluit niet uit dat zij met haar vriendin kinderen krijgen van een onbekende donor.

 

Marjanne (1989)
'Ik kan mij niet herinneren dat ik mij als kind afvroeg waar mijn vader was. Ik was daar niet mee bezig. Voor mijn zestiende heb ik er nooit naar gevraagd. Ik woonde samen met mijn moeder en dat vond ik heel normaal. Andere waren er meer mee bezig dan ik: vaak werden er vragen gesteld door mensen uit mijn sociale omgeving. Ik antwoordde steevast dat mijn ouders gescheiden waren en dat ik geen contact met mijn vader had.'

Op haar zestiende kwam Marjanne een brief tegen met gegevens over haar biologische vader; haar moeder was eigenlijk van plan haar deze informatie pas op haar achttiende te geven.

'Ik ben nooit open geweest over het feit dat ik afkomstig ben van een donor. Ik durfde dat nooit te vertellen. Ik was doodsbang dat mensen mij daarop afkeurden en het raar vonden.'

[...]

Mijn moeder weet dat het feit dat ik van een donor afkomstig ben mij al jaren bezighoudt en ik spreek er veel over. Zij staat er totaal open voor en mijn band met haar is heel goed.'

 

Emmelie (1991)
Als Emmelie zeven jaar is, stelt haar nichtje haar nieuwsgierige vragen over haar afkomst: 'Ik denk dat dat het moment was dat ik besefte dat het best bijzonder was dat ik een donorkind ben. En dat niet iedereen wist wat dat was. Vanaf toen was ik daar ook heel open over en vertelde ik het tegen iedereen die het wilde horen.'

Vanaf haar zesde heeft haar moeder een relatie met een man die vanaf dan ook haar stiefvader wordt. Emmelie ziet hem ook als haar vader.

Een televisieprogramma over KID kinderen wekt haar niewsgierigheid naar haar eigen achtergrond. Nu zij actieve stappen zet om haar donor te vinden, is er een ommekeer gekomen:

'ik besloot niet meer te pas en te onpas tegen iedereen te vertellen dat ik van een 'anonieme donor' was. Ik denk omdat ik toen pas besefte dat ik toch wel graag wilde weten wie 'hij' nou eigenlijk is. en het erover praten daarom net wat emotioneler was geworden.'

 

Anne-Sophie (1997)
In groep twee vroeg Anne-Sophie zich voor het eerst af waarom ze geen vader had: 'Toen heeft mijn moder mij heel duidelijk uitgelegd dat ik mijn papa niet ken en zij ook niet. Eerst vond ik dat best wel raar, want waarom kenden de andere kinderen hun vader dan wel? Maar ach, wat verwacht je op die leeftijd. Ik groeide er dan ook gewoon mee op.

Wel miste ik op sommige momenten een vader. Als ik werd gepest op school en mijn zusje alle aandacht van mijn moeder opeiste bijvoorbeeld. Op die momenten zou het fijn geweest zijn als er een vader en moeder waren geweest om de aandacht te verdelen.'

Anne-Sophie heeft regelmatig meegemaakt dat mensen in haar omgeving schrikken als ze horen dat zij geen vader heeft: 'Maar ik ben daar helemaal niet zielig door en heb ook niet een minder goed leven.'

Een groot deel van de familie heeft er moeite mee dat haar moeder op deze manier twee kinderen heeft gekregen. Dit heeft ertoe geleid dat er contacten verbroken zijn en Anne-Sophie zich niet altijd geaccepteerd heeft gevoeld: 'Ik vind het erg jammer, want wij zijn niet anders dan mijn neefjes en nichtjes. En ik heb het altijd erg fijn gehad met zijn drietjes en dat zal niet veranderen.'

 

Nicky (1993)
Nicky's moeder was dertig jaar toen ze besloot alleen een kindje te willen. Nicky: 'Ik verwijt haar niets en heb zelfs respect voor wat ze heeft gedaan. Ik vind het knap dat ze het aandurfde om alleen een kind op te voeden.'

[...]

'Ik kende geen gemis van een vader en mijn moeder was, en is nog steeds, de belangrijkste persoon in mijn leven. (...) Maar, eerlijk is eerlijk, toch knaagt er iets vanbinnen. Ergens in mijn achterhoofd, weet ik dat ik voor de helft besta uit... tja, mysterie?'

Nicky is nu op zoek naar haar donor, maar misschien vindt ze het nog wel leuker om in contact te komen het halfbroertjes en halfzusjes. Ook als ze haar donor niet zou vinden, kan ze daarmee leven.

 

De complete verhalen van deze en andere kinderen vind je in:

Linda Sprade-Pols / Op zoek naar mijn vader. Verhalen van kid-kinderen / Uitgeverij Elikser / 2011

Het boek is te koop bij de reguliere (internet): Op zoek naar mijn vader - bestellen bij bol.com

 

maart 2012